Waarom ik van riesling houd

Via een van mijn zoons kreeg ik een uitnodiging om aanwezig te kunnen zijn bij een zogenaamd winemakers diner, verzorgd door restaurant Mei Wah van Huen en Anouk Taks.

Huen is groot wijnliefhebber en beheert tegenwoordig een uitgebreide wijnkaart (te vinden op de website). In overleg met zijn wijnleverancier had hij voormalig topsommelier Daniël Kiowski uitgenodigd. Daniël verzorgt de verkoop van de wijnen van Markus Molitor. Molitor maakt graag droge riesling. Ik dronk ook graag bij voorkeur droge riesling. Toch doe je jezelf tekort als je het daarbij laat. De Riesling (druif) is ook sterk in de ondergrond proefbaar te maken. In het Moezelgebied (waar Riesling domineert) vind je “overal” leisteen. In de vorm van grote schilfers of juist helemaal verkruimeld (zoals op de grand cru Scharzhofberg). De riesling is ook groot in het aantal smaakvariaties waarmee de wijnbedrijven werken: trocken, halbtrocken, lieblich, süss, feinherb. Ook de kwaliteit waaronder de wijn op fles gebracht wordt is uitgebreid: gewone kwaliteitswein (QbA), gutswein, gemeentewijnen, wijnen van een specifieke wijngaard, Grosse Gewächse, Erste Gewächse (vergelijkbaar met Grand Cru wijnen en Premier Cru-wijnen). En om het nog ingewikkelder te maken kent Duitsland nog zogenaamd Kabinettwijn, Spätlese en Auslese-wijnen (wijnen met een predikaat dat wat zegt over de rijpheid van de druiven). Door variatie in tekst op etiketten aan te brengen is het mozaïek schijnbaar onbeperkt en moeilijk te hanteren voor een liefhebber. Heel vaak zijn consumenten teleurgesteld in de gekochte kwaliteit. Hieronder leg ik uit hoe dat komt én hoe je het voorkomt.

Echte liefhebbers zijn verknocht aan tijdschriften die je informeren over wijnjaren, de ontwikkeling binnen verschillende wijnhuizen, de prijsontwikkeling en tips over de inkoop. Een steekt daar met kop en schouders bovenuit. Mosel Fine Wines geeft (gratis!) informatie aan zijn abonnees. Hieronder geef ik in het kort samengevat informatie over de veroudering van rieslingwijnen. De gebottelde wijn ontwikkelt zich namelijk in de fles. Riesling kan erg goed verouderen, of die bij botteling nu zoet is of niet.

In de eerste twee jaar na botteling smaakt en ruikt de wijn naar vers geoogste druiven. Ik denk dan vaak terug aan de geur die in wijndorpjes hangt in de oogsttijd: puur druivensap dat aan het gisten is. Ik noem dit de jeugdfase.

Laat je de flessen liggen in je kelder en denk je op een verloren moment terug aan dat moment van proeven dan kun je de kans lopen dat de wijn inmiddels gesloten is en weinig of geen geur noch smaak afgeeft. Met wat geluk proef/ruik je citrus, hooi en karamel. Deze fase duurt één tot drie jaar.

Na 3 jaar geduld te hebben geoefend begint de wijn in de zogenaamde fruitfase te komen. Je ruikt en proeft fruit uit de jeugdfase, maar is beter geïntegreerd. De fruitfase kan tussen de 8 en 15 jaar duren waarna de terroirfase aanvangt: je proeft nog steeds het fruit maar het zoet is minder aanwezig en volledig opgenomen en opgelost in de totaalsmaak. De zogenaamde mystieke fase breekt aan 25 jaar na de oogst, het terroir is minder goed te onderscheiden en er ontstaan nieuwe smaken als marsepein en gedroogd fruit.

Wil je riesling (bijvoorbeeld van de Moezel) écht leren kennen dan moet je dus geduld hebben en een keldertje (of wijnkast) bezitten om de gekochte wijn op te voeden onder optimale omstandigheden (vocht, licht en temperatuur). Er is voor mij geen groter genot dan me te verheugen op de kelderschatten die nog geopend kunnen worden.

BLIJF OP DE HOOGTE

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt van ons het laatste nieuws, nieuwe wijnen en kortingsacties in je mail